scylla 0.8.0 → 0.8.29

Sign up to get free protection for your applications and to get access to all the features.
Files changed (93) hide show
  1. data/Gemfile +4 -0
  2. data/Gemfile.lock +9 -1
  3. data/lib/scylla/generator.rb +46 -13
  4. data/lib/scylla/lms/afrikaans.lm +400 -400
  5. data/lib/scylla/lms/arabic.lm +400 -400
  6. data/lib/scylla/lms/bulgarian.lm +400 -400
  7. data/lib/scylla/lms/catalan.lm +399 -399
  8. data/lib/scylla/lms/chinese.lm +400 -400
  9. data/lib/scylla/lms/czech.lm +400 -0
  10. data/lib/scylla/lms/danish.lm +396 -396
  11. data/lib/scylla/lms/dutch.lm +400 -0
  12. data/lib/scylla/lms/english.lm +400 -400
  13. data/lib/scylla/lms/finnish.lm +400 -400
  14. data/lib/scylla/lms/french.lm +398 -398
  15. data/lib/scylla/lms/german.lm +400 -400
  16. data/lib/scylla/lms/greek.lm +400 -400
  17. data/lib/scylla/lms/hebrew.lm +399 -399
  18. data/lib/scylla/lms/hindi.lm +400 -400
  19. data/lib/scylla/lms/icelandic.lm +399 -399
  20. data/lib/scylla/lms/indonesian.lm +400 -400
  21. data/lib/scylla/lms/italian.lm +400 -400
  22. data/lib/scylla/lms/japanese.lm +399 -399
  23. data/lib/scylla/lms/kannada.lm +400 -0
  24. data/lib/scylla/lms/korean.lm +400 -400
  25. data/lib/scylla/lms/marathi.lm +400 -0
  26. data/lib/scylla/lms/norwegian.lm +400 -400
  27. data/lib/scylla/lms/persian.lm +400 -0
  28. data/lib/scylla/lms/polish.lm +400 -400
  29. data/lib/scylla/lms/portuguese.lm +400 -400
  30. data/lib/scylla/lms/romanian.lm +400 -400
  31. data/lib/scylla/lms/russian.lm +400 -400
  32. data/lib/scylla/lms/slovak.lm +400 -400
  33. data/lib/scylla/lms/slovenian.lm +387 -387
  34. data/lib/scylla/lms/spanish.lm +400 -400
  35. data/lib/scylla/lms/swedish.lm +399 -399
  36. data/lib/scylla/lms/tagalog.lm +400 -400
  37. data/lib/scylla/lms/thai.lm +400 -400
  38. data/lib/scylla/lms/turkish.lm +400 -400
  39. data/lib/scylla/lms/vietnamese.lm +400 -400
  40. data/lib/scylla/lms/welsh.lm +398 -398
  41. data/lib/scylla/resources.rb +43 -33
  42. data/lib/scylla/string.rb +2 -2
  43. data/lib/scylla.rb +0 -4
  44. data/pkg/scylla-0.5.0.gem +0 -0
  45. data/scylla.gemspec +1 -1
  46. data/source_texts/afrikaans.txt +330 -81
  47. data/source_texts/arabic.txt +590 -448
  48. data/source_texts/bulgarian.txt +588 -821
  49. data/source_texts/catalan.txt +435 -413
  50. data/source_texts/chinese.txt +526 -100
  51. data/source_texts/czech.txt +237 -0
  52. data/source_texts/danish.txt +233 -184
  53. data/source_texts/dutch.txt +503 -0
  54. data/source_texts/english.txt +673 -70
  55. data/source_texts/finnish.txt +939 -71
  56. data/source_texts/french.txt +879 -465
  57. data/source_texts/german.txt +1236 -137
  58. data/source_texts/greek.txt +488 -139
  59. data/source_texts/hebrew.txt +539 -100
  60. data/source_texts/hindi.txt +254 -100
  61. data/source_texts/icelandic.txt +301 -90
  62. data/source_texts/indonesian.txt +509 -93
  63. data/source_texts/italian.txt +1066 -120
  64. data/source_texts/japanese.txt +1217 -450
  65. data/source_texts/kannada.txt +340 -0
  66. data/source_texts/korean.txt +343 -219
  67. data/source_texts/marathi.txt +237 -0
  68. data/source_texts/norwegian.txt +555 -190
  69. data/source_texts/persian.txt +886 -0
  70. data/source_texts/polish.txt +1013 -90
  71. data/source_texts/portuguese.txt +690 -88
  72. data/source_texts/romanian.txt +436 -103
  73. data/source_texts/russian.txt +1029 -100
  74. data/source_texts/slovak.txt +575 -102
  75. data/source_texts/slovenian.txt +353 -99
  76. data/source_texts/spanish.txt +858 -675
  77. data/source_texts/swedish.txt +558 -488
  78. data/source_texts/tagalog.txt +391 -100
  79. data/source_texts/thai.txt +286 -60
  80. data/source_texts/turkish.txt +635 -87
  81. data/source_texts/vietnamese.txt +300 -92
  82. data/source_texts/welsh.txt +288 -104
  83. data/test/fixtures/lms/danish.lm +314 -314
  84. data/test/fixtures/lms/english.lm +301 -301
  85. data/test/fixtures/lms/french.lm +326 -326
  86. data/test/fixtures/lms/german.lm +331 -331
  87. data/test/fixtures/lms/hindi.lm +191 -191
  88. data/test/fixtures/lms/italian.lm +299 -299
  89. data/test/fixtures/lms/japanese.lm +103 -103
  90. data/test/fixtures/lms/norwegian.lm +309 -309
  91. data/test/fixtures/lms/spanish.lm +331 -331
  92. data/test/generator_test.rb +2 -2
  93. metadata +14 -3
@@ -0,0 +1,503 @@
1
+
2
+
3
+
4
+ '''Nederland''' is een land dat deel uitmaakt van het .Het Koninkrijk omvat ook landen in het Caraïbisch gebied, , en . Het wordt in het westen en noorden begrensd door de , langs de oostgrens door en in het zuiden door . De is , de is . De eilanden , en maken als deel uit van het land.
5
+
6
+ Nederland heeft een inwonertal van CBS en met een oppervlakte van 41.526 km² een hoge van . Ruim 18% van het oppervlak bestaat uit water en een groot deel van het land en de bevolking bevindt zich onder zeeniveau. Het land wordt beschermd tegen het water door middel van een systeem van en waterwerken. Door landwinning zijn s gecreëerd. Bestuurlijk is het land verdeeld in .
7
+
8
+ Nederland werd onafhankelijk tijdens de (1568-1648), waarin de gezamenlijke Noordelijke en tegen overheersing in opstand kwamen. In 1579 vormden de Noordelijke Nederlanden de , waarmee een nieuwe politieke entiteit ontstond. Met de van 1581 werd door de gewesten van die Unie de onafhankelijkheid van uitgeroepen, die rond 1609, bij het begin van het internationale erkenning kreeg en na afloop van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 ook van Spanje bij de . Vanaf de Franse tijd (1795-1813) ontwikkelde Nederland zich tot een , aanvankelijk als in 1815, dat door de in 1830 echter uiteenviel. Tegenwoordig is Nederland een van de meest ontwikkelde landen als naar per hoofd van de bevolking (2009). Het bezet ook die plaats in de (2009). De Nederlandse economie steunt vooral op de en de , met name op de doorvoer van goederen naar .
9
+
10
+ Nederland is sinds een onder een , een waarbij de macht gedeeld wordt door de , de ministers en het . Nederland was medeoprichter van onder meer de , de en de . Met en vormt het de . speelt een internationale rol op juridisch gebied, als locatie voor vier internationale tribunalen en .
11
+
12
+ == Naam ==
13
+
14
+
15
+ In de werden de aangeduid vanuit het oogpunt van de hertog, die meestal in of verbleef: ''les pays de par deça'', 'de landen van herwaarts over'. Dat wilde niet veel meer zeggen dan 'deze landen hier, direct om ons heen'. Dit in tegenstelling tot ''les pays de par delà'', 'de landen van derwaarts over, de landen daar', namelijk het eigenlijke Bourgondië. Ook werd de benaming 'de lage landen (bij de zee)' gebruikt.
16
+
17
+ In de kwam de naam "Nederlanden" in gebruik. In tegenstelling tot onder meer '' en '' had deze geen etnische oorsprong, maar was het aanvankelijk een aardrijkskundige term, die slechts het onderscheid aanduidde met een hoger gelegen gebied. Samengestelde namen met ''Nieder-'' werden op allerlei plaatsen in het Duitse taalgebied gebruikt. ''Niderlant'' was in de late middeleeuwen het gebied tussen en , het nu Duitse daarbij inbegrepen. Het gebied dat als ''Oberland'' gedacht was begon dan ongeveer bij het hoger liggende . Bij uitbreiding kon het begrip ook toepasbaar worden op de van , Maas en Rijn, waarbij het in de meervoudsvorm optrad. Door het grote belang van de Lage landen werd de benaming steeds meer specifiek voor dit gebied gehanteerd. Vanaf ongeveer werden hiermee ook de Bourgondisch-Habsburgse gewesten aangeduid. Naast "Vlaanderen" was "de Nederlanden" vanaf halverwege de zestiende eeuw waarschijnlijk de meest gebruikte naam. In het Frans was dit ''Pays-Bas'', in het Italiaans ''Paesi Bassi'' en in het Duits ''Niederlande''. In het Nederlands werd zowel het enkel- als het meervoud gebruikt, terwijl in het Frans en Engels (''Pays Bas/Low Countries'') uitsluitend het meervoud gebruikt werd.
18
+
19
+ In gebruikte de cartograaf de benaming ''Neder-Germanië'' (Neder-Duitsland). De grepen terug op de naam '''', ontleend aan . Na de bleven de benamingen ''Belgium'' en ''Nederlandt'' in gebruik voor zowel de Nederlanden als geheel als voor de beide afzonderlijke staten. De kolonie (Engels: ''New Netherland'') heette in het Latijn: ''Nova Belgica'' of ''Novum Belgium''. Voor de en later de werd ook wel ''Belgium Regium'' gebruikt, terwijl met ''Belgium Foederatum'' wel de werd aangeduid. Voor de Republiek werd in het buitenland steeds meer "Holland" als gebruikt, zoals eerder "Vlaanderen" voor de Nederlanden. Nederland werd nog in de en ook onder koning vertaald in het Frans als ''Belgique''. In de Franse tijd waren de officiële namen eerst de , daarna het en voor de invoeging in het Franse keizerrijk het .
20
+
21
+ == Geografisch overzicht ==
22
+
23
+ . Ongeveer 27% van de oppervlakte van Nederland, waaronder grote delen van het dichtbevolkte en economisch belangrijke westen, ligt beneden .]]
24
+ , die de afsluit, gezien uit de lucht. In het midden ligt het kunstmatige eiland . Deze is onderdeel van de .]]
25
+ Nederland ligt in het noordwesten van en wordt begrensd door de , en . De lengte van de bedraagt 1027 km, terwijl de 451 km lang is.
26
+
27
+ === Water ===
28
+
29
+
30
+ Nederland wordt zowel in het noorden als westen omringd door de . In het noorden wordt een enrij gevormd door de , een serie en waarachter zich de ondiepe bevindt. Middenin het land ligt het , de voormalige , een grote binnenzee die sinds de voltooiing van de in 1932 van de Waddenzee is afgesloten en sindsdien zoetwater bevat. Andere zee-armen en zijn de en de in het noorden en het , het , het en de en in het zuidwesten.
31
+ De Nederlandse kust ondervindt een dubbeldaags waarvan de langs de kust varieert tussen 1,5-2 meter. De wind kan hier een sterke invloed op hebben. Naast de verticale waterbeweging, is er ook een horizontale waterbeweging, de . Door een gunstige zeewatertemperatuur van 3 °C in de winter en 16 °C in de zomer zijn vooral de Waddenzee en de Oosterschelde belangrijk als kraamkamer van onder meer , en .
32
+
33
+ Uit de van Nederland blijkt dat vooral de toevoer via de van belang is voor Nederland. Deze voert zelfs meer dan tweemaal zoveel water aan als door neerslag wordt geleverd. Een groot deel van Nederland is gevormd uit de van de Rijn, de en de . De Maas en de Rijn vormen samen met de , de en de bovendien de , een rivierengebied dat een natuurlijke barrière tussen het noorden en zuiden van het land is. De , soms ook tot de grote rivieren gerekend, is een vertakking van de Rijn die noordwaarts stroomt en uitmondt in het IJsselmeer. komen vooral in West-Nederland en Zuidwest-Friesland voor. Daarnaast zijn er door het afgraven van veen voor de turfwinning () veel plassen ontstaan. Voor de is met een aandeel van ca. 70% vooral het van belang. Uitzondering hierop is de Randstad, die ondanks de aanwezigheid van een zoetwaterzak onder de duinen, vooral is aangewezen op .
34
+
35
+ De eeuwenlange strijd tegen het water heeft een duidelijke invloed gehad op de inrichting van Nederland. Door overstromingen en menselijk ingrijpen is de kustlijn in de loop van de geschiedenis aanzienlijk veranderd. Ingrijpende rampen waren de , waarbij Zeeland in een veranderde, de , de en als laatste de . Bij overstromingen ontstonden nieuwe zee-armen of getijdengebieden op de plek waar eerder land lag. Om het land tegen het water te beschermen worden al sinds de Middeleeuwen langs de kust en de rivieren aangelegd., '''', Geologie van Nederland Een ander project in de strijd tegen het water zijn de , die zijn aangelegd tussen en . Het hele Deltaplan omvatte het ophogen van meer dan 3000 kilometer en meer dan 10.000 kilometer langs kanalen en rivieren tot . Ook werden de zee-armen die in de loop der tijd in het zuidwesten van Nederland waren ontstaan door dijken van de zee afgesloten. Een andere vorm van menselijk ingrijpen in de natuur zijn de grote stukken land die door de mens zijn drooggelegd en gewonnen op het water, de zogenaamde s. Bij voormalige meren of plassen worden deze nieuwe stukken land en genoemd. De grootste polders zijn de , die in de 20e eeuw zijn aangelegd en gezamenlijk meer dan 2500 vierkante kilometer nieuw land beslaan.
36
+
37
+ === Geologie ===
38
+
39
+ Het tegenwoordige Nederlandse landschap is grotendeels gevormd in de laatste 150.000 jaar. De geologische structuur van de Nederlandse wordt gekenmerkt door een serie en , die onderdeel vormen van een grote structuur die dwars door Europa loopt, van de bij tot onder de Noordzee. Het zuidoosten van het land ligt boven het ensysteem, waar nog steeds verzakkingen in de plaatsvinden. In () en () vonden hier nog kleine en plaats. De Beneden-Rijnslenk gaat in het westen van Nederland over in het , dat op zijn beurt overgaat in vergelijkbare slenkstructuren in de ondergrond onder de Noordzee.
40
+
41
+ Zoals de naam van het land al aangeeft, is Nederland laag gelegen. Het grootste gedeelte van Nederland bestaat uit een die gezien tot het behoort, een groot waarvan de zelf het centrale deel vormt. Het Noordzeebekken vormde zich vanaf het , ca. 60 miljoen jaar geleden. Hoewel er actievere en minder actieve fasen waren, vond gedurende deze tijd in dit bekken en plaats.
42
+
43
+ De randen van het Noordzeebekken vormden, tot de mens de laatste duizend jaar een belangrijke invloed op het landschap werd, een voorbeeld van een zich op natuurlijke wijze ontwikkelend kustgebied. Terwijl het centrale deel van de Noordzee bedekt is door de zee zelf, worden de randen opgeëist door van de grote rivieren die in de zee uitmonden. Op de overgang tussen water en land vormden zich door de werking van de zee , en en dengebieden. De kustvlaktes, die zich door de afzetting van het vormden, bevatten ook sen en .
44
+
45
+ Verreweg het meeste gesteente dat in Nederland is afgezet tijdens het . De van de vormen het grootste deel van het oppervlak van Nederland. Belangrijke formaties zijn de , waarvan het zand en de klei in een groot deel van het westen en het noorden van Nederland aan de oppervlakte ligt, en de uit veen bestaande . Het zand van de is te vinden in het oosten en zuiden, terwijl rond de rivieren de afzettingen van de zijn te vinden.
46
+
47
+ Alleen op kleine plekken komen oudere gesteenten aan het oppervlak. Een uitzondering is Zuid-Limburg, waar het op veel plekken aan het oppervlak ligt. Alle gesteenten uit de laatste 65 miljoen jaar, het Kwartair en samen, worden in Nederland de genoemd. Deze kan in de slenken vele tientallen kilometers dik zijn en is op de horsten ook nog steeds kilometers dik.
48
+
49
+ Zoals in grote delen van West-Europa, bevindt zich in het Nederlandse , die in Zuid-Limburg tot halverwege vorige eeuw door de gewonnen werd. In de ondergrond van het West-Nederlands Bekken en onder de Noordzee wordt ook gewonnen, hoewel dit beperkt is vergeleken met de veel grotere reserves onder de noordelijke Noordzee. Er zijn twee soorten in de Nederlandse ondergrond te vinden: , dat samen met de steenkool is ontstaan (voornamelijk in het Carboon) en , dat samen met is ontstaan, voornamelijk in het Krijt. De eerste soort komt vooral onder het land voor, de tweede soort onder de Noordzee en in het West-Nederlands Bekken. Het grootste Nederlandse is het in het noorden van het land. De maakt onderdeel uit van de .
50
+
51
+ === Landschap ===
52
+
53
+ Het landschap van Nederland is bijna overal vlak. Geringe hoogteverschillen komen voor in het oosten en zuiden van het land, grotendeels veroorzaakt tijdens de voorlaatste ijstijd, het van 238.000 tot 128.000 jaar geleden. De ijskap reikte zo ver naar het zuiden, dat het noorden van Nederland door s bedekt werd. Dit dwong de hun loop te verleggen tot de huidige oost-west lopende ligging. Tegelijkertijd werkte de stuwende kracht en het gewicht van de gletsjertongen op de ondergrond. Dit zorgde voor het ontstaan van een afwisseling van len, zoals de , de , de en , zoals de en de .
54
+
55
+ Alleen het uiterste zuiden van de provincie Limburg () vertoont significante reliëfverschillen. De 323 meter hoge in Limburg, met als top het met Duitsland en België, is de hoogste heuvel van (Europees) Nederland. Het bevindt zich in de buurt van en bevindt zich 6,76 meter onder NAP.
56
+
57
+ is een , een door mensen bemalen watervlakte, en daarmee de ultieme vorm van een ]]
58
+ Het Nederlandse landschap bestaat grotendeels uit pen en daarnaast uit beheerde natuurgebieden. In de afgelopen eeuwen is de levende natuur niet alleen veranderd, maar door verkleining en versnippering van de leefgebieden en milieuvervuiling in kwaliteit en kwantiteit ook achteruitgegaan. Via natuurbeleid en de activiteiten van particulieren, wordt geprobeerd het tij te keren, onder andere via , het herstel van min of meer oorspronkelijke landschappen. Dergelijke natuurontwikkelingsgebieden vinden we bijvoorbeeld langs de grote rivieren, onder andere bij de . Daarnaast zijn er in Nederland vele oudere en met onder meer , en . Er zijn bovendien twintig , waarvan het Zeeuws het grootste is en en in Gelderland de oudste zijn.
59
+
60
+ Het Nederlandse landschap kan worden ingedeeld op verschillen in , , en de ontginningsgeschiedenis. Het grootste deel van het oppervlak van Nederland bestaat uit de . Belangrijke landschapstypen zijn het landschap, het , het landschap, het , het en het . Andere indelingen leggen meer de nadruk op de cultuurhistorie. Zo onderscheidt men bijvoorbeeld het enlandschap en het enlandschap. In zogenaamde nationale landschappen worden belangrijke cultuurlandschappen beschermd zoals het in de Randstad.
61
+
62
+ === Klimaat ===
63
+
64
+ Nederland heeft een zogenaamd , een met milde s en koele s.
65
+
66
+ Het wordt beïnvloed door de die het gehele jaar de temperatuur matigt, waarbij zowel de dagelijkse als jaarlijkse temperatuursschommelingen toenemen richting het oosten. Hoewel er de laatste decennia een stijging van de gemiddelde temperatuur is waar te nemen, is door de grote natuurlijke temperatuursfluctaties nog niet met zekerheid te zeggen of dit het gevolg is van een versterkt .
67
+
68
+ Met ca. 1600 zonuren heeft de kust de meeste zonuren, terwijl de Achterhoek met ca. 1450 uur de minste zonneschijn heeft. Ondanks het imago van regenland, het gemiddeld slechts 7% van de tijd. In de zomer is er vooral op grasland een , maar gemiddeld is er jaarlijks een , het grootst op de Veluwe. Het natst zijn de Veluwe, Drenthe en Zuid-Limburg, het droogst het centrale deel van Limburg met minder dan 700 mm.
69
+
70
+
71
+
72
+ === Flora en fauna ===
73
+
74
+ in Nederland voor.]]
75
+ De flora en fauna van Nederland zijn relatief goed onderzocht. Er is een lange traditie van floristisch en faunistisch onderzoek, dat tegenwoordig uitgevoerd wordt door organisaties als , en . Sommige verenigingen voor natuurstudie zijn al meer dan honderd jaar actief, zoals de , de , de (Vereniging voor veldbiologie) en de . Het is bekend dat Nederland relatief erg soortenarm is, deels als gevolg van de en en deels vanwege de eenvormige geografie. Van de hogere plantensoorten komt de helft uitsluitend voor in twee uitzonderlijke gebieden: Zuid-Limburg en Oostvoorne. Het meest belangrijke natuurgebied is de , of, als alleen het landoppervlak beschouwd wordt, het duingebied.
76
+
77
+ Menselijk ingrijpen, zowel direct (kap van bossen, ontginningen, wegenaanleg, etc) als indirect (overbemesting) heeft grote invloed op het huidige landschap, de flora en de fauna. Veel dier- en plantensoorten dreigen te verdwijnen. Om dit te voorkomen zijn zogenaamde en gemaakt waarop de meest bedreigde soorten staan. Sommige soorten passen zich juist aan aan de menselijke cultuur, zoals de en de .
78
+
79
+ In Nederland worden zogenaamde en onderscheiden op grond van verschillen in klimaat, bodem en waterhuishouding; deze districten hebben eigen plantensoorten. De 23e druk van de standaardflora '''' hanteert 15 floradistricten, die dan meest worden ingedeeld bij de West-Europese floraregio. In Nederland komen circa 1400 soorten hogere planten voor, er zijn zo'n 4 à 5000 soorten (macrofungi) gevonden, 600 soorten mossen en honderden soorten schimmels, korstmossen en algen.
80
+
81
+ Ook voor een aantal dieren worden wel geografische districten onderscheiden, zoals voor onder andere s. In Nederland komen ruim 50 soorten zoogdieren voor, zo'n 600 soorten broed- en s, tientallen vissoorten, ruim 50 dagvlinders (bij 2000 totaal aan vlinders) en duizenden . Ondanks de geringe afmetingen heeft Nederland toch dieren (die alleen in Nederland voorkomen), zoals de en (een van de ).
82
+
83
+ Door de ligging in Europa en het intensieve verkeer is er een regelmatige aanvoer van , die zich soms met enig succes vestigen, zoals de en de , maar slechts vrij zelden een permanente plaag vormen; mogelijke uitzonderingen zijn de en de . De soorten die hier voorkomen zijn bijna allemaal relatieve nieuwkomers (van na de IJstijden); zo zijn het , de en de in historische tijden ingevoerd. De hier algemene soorten zijn erg concurrentiekrachtig.
84
+
85
+ Er is met enig succes '' aangelegd, met name in het gebied de , waar veel soorten gedijen. De laatste jaren wordt geprobeerd soorten die hier in historische tijden zijn uitgeroeid opnieuw in Nederland te introduceren, soms met succes, zoals de en de . Van andere soorten zoals de blijft het resultaat onzeker. Dit laatste geldt ook voor een Europees project voor herintroductie van de . De vestigt zich, zij het aarzelend, op eigen gelegenheid. Terugkeer van wat grotere roofdieren als de en de blijft controversieel. Dit geldt ook voor herintroductie van plantensoorten door zaaien en herstel van natuurgebieden door ingrepen als bekalken (om de verzuring tegen te gaan).
86
+
87
+ == Geschiedenis ==
88
+
89
+
90
+ De bewoningsgeschiedenis van Nederland is sterk verbonden met het . De omgeving veranderde niet alleen door de verdrinkingsgeschiedenis van de , , en tijdens het , maar andersom is bewoning van grote invloed geweest op het huidige Nederlandse landschap met s en , met name in de laatste 1000 jaar.
91
+ De zorgde voor een bestuur en mentaliteit die mede bijdroegen tot het latere succes van de Nederlandse , waarbij ook de geografisch gunstige ligging aan zee en waterwegen van groot belang was. De Nederlandse gewesten hebben door de geschiedenis heen wisselende onderlinge relaties gehad, soms samenwerkend, soms rivaliserend. Belangrijke keerpunten zijn de met zijn die vooraf ging aan een periode van grote voorspoed, een lange periode van verval en in 1795 de Franse inval die het einde betekende van de . Als het bestaat Nederland sinds 1814 en in min of meer de huidige vorm vanaf 1830 na de .
92
+
93
+ === Pre- en protohistorie ===
94
+
95
+ Met het einde van de laatste begon het huidige , het (9700 v.Chr. - heden). Hierin steeg de temperatuur met een tot gevolg en het volstromen van de Noordzee. De moerassige die later Nederland genoemd zou worden, was echter nog weinig aantrekkelijk en bewoning bleef aanvankelijk beperkt tot passerende s. Vanuit verspreidde de zich tussen 8000 en 6700 jaar geleden over geheel Europa. Als randgebied begon het in de delta relatief laat en dan nog vooral op de hogere gronden. Nederzettingen begonnen zich te vormen, maar steden zoals die zich in het centrum van de voorzichtig begonnen te vormen, waren nog ver weg.
96
+
97
+ Door de introductie van nieuwe technologieën als kon voedsel efficiënter vergaard worden, wat een elite vrij maakte die zich bezighield met andere zaken. De belangrijkste specialisatie was die van die gevaren konden duiden of zelfs afwenden. Rondom hen ontstonden centra van toenemende , aanvankelijk om de goden tevreden te stellen. Ter bescherming werden tijdelijk krijgers als leider aangesteld die echter gaandeweg meer macht verkregen. Relatief samenlevingen werden op die manier lijk met een aristocratisch bestuur. Dit gold onder meer voor de voor wie het latere Nederland een randgebied was en de daarna (ca. 450 v.Chr. tot de Romeinse periode in de 1e eeuw v.Chr.). Aangetrokken door Keltische welvaart, trokken in de tweede eeuw voor Christus — waarvan overigens het onderscheid met de Kelten niet goed duidelijk is — naar het westen.
98
+
99
+ Met de komst van de Romeinen in 57 v.Chr. begon de van de . Na aanvankelijke pogingen om het rijk uit te breiden tot aan de , werd vanaf 47 de de noordgrens of ''''. Na de onderdrukking van de in het (68 - 69) was het gedurende twee eeuwen, tot ongeveer 250, rustig in de Rijnprovincies. Met de opname in het brak een periode van economische expansie en sterke bevolkingstoename, de '''', aan. Door de uitbreiding van het wegennet en de scheepvaart nam de en daarmee de handel toe, geholpen door de toenemende beschikbaarheid van . Het werd geïntroduceerd, maar voordat het christendom de overheersende godsdienst werd, was er vooral een mengelmoes van .
100
+
101
+ === Middeleeuwen ===
102
+ De Germaanse druk op de limes nam echter toe. De , die al met al zo'n twee eeuwen duurden, luidden een periode van instabiliteit in. In 406 werd de Rijngrens doorbroken. Er volgde een periode van neergang, waarvan het Romeinse Rijk zich niet meer herstelde en een versnippering van Europa die tot op heden herkenbaar is. De bevolking en de handel namen af; geld raakte in onbruik.
103
+
104
+ Keizer (768-814) wist naast de in het noorden uiteindelijk ook de in het oosten aan zich te onderwerpen; de zogenaamde '''' vond plaats. In de volgende eeuwen zou het christelijk geloof zich aanpassen en volledig doordringen in de samenleving. Onder Karel de Grote waren de Lage Landen geen randgebied meer, maar lagen zij nabij het centrum van het .
105
+
106
+ ==== Landsheerlijkheden en de opkomst van steden ====
107
+ Het - waarbij len bij ontbreken van een beloond werden door hen grond in leen te geven — verzwakte het centraal gezag. Ten gevolge van invallen van de en delingen van het was het een instabiele periode. In de tiende eeuw kwam er een einde aan de invasies van Europa door Vikingen, Moren en Aziatische steppevolkeren. De hierop volgende stabiliteit had vanaf de elfde eeuw een expansiebeweging tot gevolg. Venen en moerassen werden drooggelegd, bossen gerooid en grond werd ontgonnen. Door verbeteringen in de landbouw konden meer mensen zich aan het primaire productieproces onttrekken. Nu de dreiging van buitenaf was weggevallen, richtte de klasse van krijgers zich tegen elkaar en de lokale bevolking. Een aantal feodale heren wist hun gezag uit te breiden ten koste van hun buren. Uit een onoverzichtelijke lappendeken van gebiedjes ontwikkelden zich wereldlijke en geestelijke . Het onder de aanvankelijk zwakke koning van Frankrijk was lange tijd het belangrijkste gewest. In was de Duitse keizer een stuk machtiger, doordat hij met het bisschoppen met wereldlijke macht bedeelde en daarmee dynastievorming tegenging. Desondanks groeiden de wereldlijke landsheerlijkheden vanaf ca. 1100 uit tot praktisch onafhankelijke vorstendommen.
108
+
109
+ door in 1499'', Meester van Rhenen. De hertogen, graven en andere heren betwistten de zwakke macht van de keizer, maar ook elkaar. De relatieve onafhankelijkheid ten opzichte van de keizer was voor het gewone volk niet noodzakelijkerwijs een zegen.]]
110
+ De in deze periode had zijn weerslag op de handel en daarmee op de steden, die vooral door hun muren een machtsfactor van betekenis werden. Dit was het begin van de afbraak van het feodale stelsel. De steden waren niet alleen een inkomstenbron voor de landsheer, maar werden later ook een concurrerende machtsfactor. In gebieden met weinig steden bleef de echter nog eeuwenlang een belangrijke rol spelen. Er ontstond een structuur om het werk aan de en te coördineren, waartoe en heemraadschappen werden opgericht. Door dit alles veranderde de sociale en economische structuur en kon men zich ook gaan richten op de visserij, de en overzeese handel. Met de groeiende macht van de werd het culturele monopolie van de Kerk doorbroken. De culturele opleving in deze periode, waarin ook de eerste en en werden gesticht, wordt wel de genoemd.
111
+
112
+ ==== Consolidatie ====
113
+ De veertiende eeuw was voor Europa een periode van crises in velerlei opzicht, met onder andere de (1347-1351) en de . In economisch opzicht was er zelfs sprake van een algemene malaise die tot ca. 1475 duurde. Voor de Nederlanden ging dit echter niet op en was er eerder sprake van economische expansie. Waar de positie van de Franse koning in de voorgaande eeuwen versterkt was en Frankrijk een eigen identiteit ontwikkelde, ontwikkelde een sterke Duitse identiteit zich pas láng nadat dit in de Lage Landen was opgetreden. Deze ontwikkeling was een van de factoren die maakte dat de Nederlanden uiteindelijk geen deel meer zouden uitmaken van het .
114
+
115
+ De expansiedrang van de landsheren uitte zich in verscheidene onderlinge oorlogen, maar vooral de zorgde ervoor — vaak door toevalligheden — dat grote delen van de Lage Landen onder buitenlandse vorstenhuizen vielen. Het succes van de huwelijkspolitiek bleek vooral bij de hertogen van . Dit wist tussen 1384 en 1428 een aantal noordelijke en vrijwel alle zuidelijke gebieden voor het eerst sinds de Karolingische tijd te verenigen.
116
+
117
+ Onder de Bourgondiërs werd getracht meer greep te krijgen op de gewesten. Ondanks de interne zwakheden en lokaal opspelende onrust profiteerden de gewesten van het wegvallen van de onderlinge rivaliteit van de voorgaande eeuwen en begon er een periode van welvaart.
118
+
119
+ === Zestiende eeuw ===
120
+ Ook voor de ers daarna waren de economische sterke Nederlanden van belang. Onder keizer (1515-1555) werd het gebied onderdeel van het . Het zwaartepunt verschoof naar vooral Spanje, waarbij het bestuur van de Nederlanden werd overgelaten aan een . Dat de Nederlanden deel uitmaakten van het Habsburgse rijk betekende ook dat deze gewesten betrokken raakten in reeds lang aan de gang zijnde tussen Frankrijk en de Habsburgers. Frankrijk zag zich, nadat Karel V ook koning van Spanje geworden was, voor een groot deel omsingeld door het se Huis. De Italiaanse Oorlogen beheersten de Europese politiek tot aan 1559 en de Frans-Habsburgse rivaliteit nog twee eeuwen langer. De zogenoemde werden in deze periode tot een vergaand onafhankelijke eenheid gemaakt.
121
+
122
+ De protestantse sloeg vanaf de jaren twintig aan in dit gebied dat al lang een kritische houding aannam ten opzichte van de . In economisch en demografisch opzicht was er vanaf het einde van de vijftiende eeuw sprake van een sterke groei. De oorlogen, met hoge belastingen en handelsblokkades als gevolg, drukten echter zwaar op de bevolking. Deze keer kwam er door de reformatie en vooral de harde vervolging daarvan nog een nieuwe factor bij. Dit explosieve mengsel zou leiden tot de . De eerste opstand in 1567-1568 kon nog de kop ingedrukt worden, maar het harde beleid riep opnieuw veel weerstand op. Op 1 april 1572 slaagden de geuzen erin om en begon een tweede opstand. De in 1585 bezegelde daarna in militaire zin de scheiding van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden. Bij gebrek aan een geschikte andere landsheer ontstond in 1588 de .
123
+
124
+ === Republiek ===
125
+ Geholpen door de '''' die Spanje ondervond, kon de Republiek voorkomen heroverd te worden. Sterker nog, het wist maximaal te profiteren van het verschuiven van het economisch middelpunt van de naar . Waar de noordelijke Nederlanden eerder in de schaduw stonden van de zuidelijke gewesten, nam Amsterdam na de val en blokkade van Antwerpen de plaats over als handelscentrum van Europa, terwijl Holland de scheepvaart in Europa beheerste. Hoewel de grote winsten wist te bereiken voor de aandeelhouders, droeg de handel op Indië slechts in beperkte mate bij tot de winsten, die vooral in de Europese handel werden bereikt. De daaropvolgende was een periode met een grotere politieke, culturele en economische betekenis dan ooit daarvoor of daarna in de Nederlanden. Door het economische overwicht kon Holland de Staten-Generaal domineren. Zodra de belangen van Holland en Oranje niet meer overeenkwamen, kon dit het bestuur volledig verlammen.
126
+
127
+ Hoewel de overheid protestants was, bestond er , maar er was geen vrijheid van eredienst. De tolerantie was heel wat groter dan elders in Europa, maar het was een opportunistische, die voorkwam dat men te maken kreeg met een exodus zoals het dogmatische Spanje had meegemaakt.
128
+ De werd de dominerende klasse, terwijl de invloed van de adel en al eerder van de geestelijkheid verminderde. begonnen het politieke klimaat te beheersen.
129
+
130
+ In 1648 werd de oorlog met Spanje beëindigd, tegen de zin van stadhouder . Zijn pogingen de macht naar zich toe te trekken resulteerden na zijn onverwachte dood in 1650 tot het . Dit tijdperk werd binnenlands gekenmerkt door de '''' en buitenlands door handelsoorlogen.
131
+
132
+ . Grootschalige mechanische vond voor het eerst plaats met en . Een belangrijke bijdrage aan de welvaart van de tijdens de werd geleverd door . Het geheel maakte een mogelijk die pas voorbij werd gestreefd met de in het Verenigd Koninkrijk.]]
133
+ Engeland en Frankrijk waren ondertussen bevrijd van hun interne problemen en eisten hun deel van de handel en scheepvaart. De daaropvolgende werd verloren door de Republiek. Hoewel de overtuigend werd gewonnen en de oppermachtig maakte, werd het steeds duidelijker dat de Republiek in de problemen zou komen zodra men de grootmachten niet tegen elkaar wist uit te spelen. Dit bleek in het ''''. Terwijl de buitenlandse troepen met een verbijsterende snelheid optrokken tot aan de , werden de gebroeders De Witt gelyncht in Den Haag, waarna tot stadhouder werd benoemd.
134
+
135
+ De crisis gaf de de overhand. Onder Willem III wist men uit de benauwde situatie te komen, waarbij de gezamenlijke zeemacht van Frankrijk en Engeland in 1673 wist te verslaan. Hierna zou Willem III zich blijven richten op het vormen van een Europese coalitie tegen het expansionisme van Lodewijk XIV. In 1688 kwam het dan ook tot een '''' na een gedurfde invasie van Willem III met een groot leger op Engels grondgebied, waarbij hij zijn schoonvader ten val bracht. Toen Willem III ook in Engeland aan de macht was, kon hij zich nog sterker richten op het bestrijden van de Franse hegemonie. Hij speelde een belangrijke rol in anti-Franse coalities tijdens de (1688-1697) en tot aan zijn dood in 1701 in de (1701-1713).
136
+
137
+ Politiek en militair zat de Republiek in het daaropvolgende op de tweede rang. Economisch speelde na veertig jaar oorlog met Frankrijk de enorme staatsschuld een grote rol, waarbij vooral na de bleek dat de Republiek boven haar macht werkte en afhankelijk werd van het van Groot-Brittannië. De Zeven Provinciën werden een . Waar het bestuur van het land eerder weliswaar geen democratie was geweest, maar het volk wel invloed uit kon oefenen, was het nu in handen van een regentenklasse die zich steeds meer afsloot. Internationaal kon de politiek lange tijd gebaseerd worden op het uitspelen van de Frans-Britse tegenstellingen, maar na de had zich in Europa een nieuw machtsevenwicht gevormd, waardoor dit niet meer werkte en de Republiek steeds meer werd overgeleverd aan de welwillendheid van de grootmachten.
138
+
139
+ brak aan in Engeland toen er een einde kwam aan de en in Frankrijk aan de van . Ook de beurs in Rotterdam kreeg klappen vanwege een scherpe koersval, maar minder ernstig dan in Londen en Parijs, waar veel en door windhandel aanzienlijke verliezen leden. In Amsterdam werd het Engelse koffiehuis in de Kalverstraat bestormd. De burgemeesters verboden de makelaars nog langer te handelen in de ''''.]]
140
+ Met de (1780 - 1784) kwam een einde aan bijna een eeuw van bondgenootschap. De oorlog verliep rampzalig voor de Republiek en de binnenlandse ontevredenheid escaleerde in 1786 en 1787 onder de . Op lokaal niveau begon een revolutie af te tekenen, maar met een Pruisische inval kwam het tot de . Veel patriotten vluchtten naar Frankrijk, waar zij een niet onbelangrijke rol hadden in de . Zij zouden terugkeren naar de Republiek tijdens de .
141
+
142
+ === Bataafse tijd ===
143
+ Na de Franse revolutie vielen in 1795 de Franse troepen Nederland binnen. Zij bezorgden daarbij de patriotten, die samen met de Franse legers weer terugkeerden, alsnog de macht en vestigden de . Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. Binnenlands was er aanvankelijk enige onafhankelijkheid. Met de werd de eerste ingevoerd, een radicale breuk met het provincialisme en op staatkundig gebied de belangrijkste verandering sinds de Opstand.
144
+
145
+ Economisch gezien was er echter door de oorlog met Engeland sprake van een sterke achteruitgang. Nederland veranderde in een agrarische samenleving waarbij zelfs Amsterdam een groot deel van zijn bevolking verloor. In etappes werd het land daarna ingelijfd door het . In 1813 verlieten de Franse troepen het land. Hoewel de rol van Oranje in de jaren daarvoor voorbij leek te zijn, werd de zoon van de overleden Willem V gevraagd soeverein te worden. Vooral de invoering van de Franse wetgeving en bestuur, die gewestelijke en lokale verschillen had uitgewist, zou echter van blijvende betekenis blijken.
146
+
147
+ === Verenigd Koninkrijk ===
148
+ werd in 1813 soeverein vorst en in 1815 de eerste van het waarbij na het noord en zuid verenigd werden. Willem I pakte de wederopbouw krachtig aan. Zo liet hij talrijke kanalen graven en wegen verbeteren. De in het zuiden in de Franse tijd florerende industrie werd gestimuleerd, terwijl in het noorden de nadruk lag op het herstel van de handel en scheepvaart. Zo voortvarend als Willem de economie stimuleerde, zo conservatief was echter zijn politiek. De zorgde voor de nodige weerstand in het zuiden, terwijl de katholieken vrijheid van onderwijs en godsdienst eisten en de liberalen bezwaren hadden tegen de autoritaire regeerstijl van Willem I. Dit leidde tot het en uiteindelijk de .
149
+
150
+ === Koninkrijk der Nederlanden ===
151
+ De kostbare van Willem I resulteerde in hoge financiële lasten. Het was duidelijk dat Nederland tot de kleine mogendheden behoorde en het begon noodgedwongen met een .
152
+
153
+ Het verliep in Nederland relatief rustig, omdat een liet ontwerpen door . De zou daarna een belangrijk onderdeel van de politiek vormen, waarin zich en begonnen te vormen in oppositie tegen het jarenlange overwicht van de liberalen.
154
+
155
+ Aan het einde van de negentiende eeuw kwam eindelijk de industrialisatie op gang die elders in Europa al eerder had plaatsgevonden. Hierdoor werden de onderste sociale lagen van de samenleving zichtbaar als en uiteindelijk een . Naast de schoolstrijd werden uitbreiding van het kiesrecht en verbetering van de sociale omstandigheden van de arbeiders belangrijke politieke thema's. Geleidelijk verdween de echte armoede, terwijl arbeidsvoorwaarden een wettelijke basis kregen. Er begon zich een af te tekenen die met het burgerlijk karakter tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw de Nederlandse samenleving zou kenmerken.
156
+
157
+ Tijdens de wist Nederland neutraal te blijven, maar het was wel het einde van de sterke economische groei. Onder druk van de oorlogsomstandigheden kwam een einde aan de schoolstrijd en voor mannen werd het ingevoerd, twee jaar later gevolgd door het . De sociale kwestie werd echter niet opgelost en na de was de positie van de socialisten ernstig verzwakt.
158
+
159
+ In de periode na de Eerste Wereldoorlog werd de infrastructuur uitgebreid en in de industriële sector groeiden enkele zeer grote bedrijven. Ook begon er langzaam een te ontstaan. Getracht werd ideologische tegenstellingen op te lossen met een , wat vooral bij levensbeschouwelijke kwesties niet altijd lukte. De bracht na een periode van voorspoed grote werkloosheid en duurde in Nederland bijzonder lang om te worden gevolgd door de . Dit zou uiteindelijk een toenemende invloed van de staat op de samenleving tot gevolg hebben.
160
+
161
+ Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gebruikte het bestuur Nederland als wingewest om de oorlog te ondersteunen en probeerde daarnaast de bevolking te . Ruim honderdduizend Joden — 75% van de Joodse bevolking in Nederland — werd omgebracht in en. Slechts een klein deel kon overleven door .
162
+
163
+ , spottend kar genoemd. De maatschappij veranderde sneller dan ooit.]]
164
+ Na de oorlog werd afstand gedaan van de falende neutraliteitspolitiek met het lidmaatschap van de , de en vooral de tijdens de . Nederlands-Indië ging na een verloren. Dit gold tot '' '' in 1957 niet voor de economische banden met die, naast het , van groot belang was voor de waar de werd uitgebreid.
165
+
166
+ In de jaren vijftig was de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland verbeterd door de . Het decennium daarop zag de ontdekking van de en met grote loonsverhogingen het begin van de . Er ontstond een die zich juist afzette tegen de oudere generatie, terwijl de . Ook andere sociale bewegingen zoals de lieten sterk van zich horen, al loopt de vrouwenemancipatie tot op heden achter ten opzichte van omringende landen. Parallel aan de speelde zich vanaf deze periode de af. Met de talloze nieuw gevormde sociale bewegingen, waaronder de , ontstonden nieuwe culturele oriëntaties.
167
+
168
+ Na de volgde een economische neergang. Vooral de arbeidsintensieve industrie trok weg naar en. De daarop volgende grote sloeg vooral toe onder laag opgeleiden, waaronder veel s, die tijdens de stormachtige groei van de jaren zestig waren aangetrokken. Uiteindelijk bleek de verzorgingsstaat hierdoor niet in volle omvang houdbaar te zijn.
169
+
170
+ In de jaren negentig trok de Nederlandse economie weer aan. De hier en daar sluimerende bezorgdheid over de omvang en vaak afwijkende gewoonten van etnische minderheden werd gearticuleerd door de nieuwe politicus . Frustratie over het vermeende falende overheidsbeleid bleek nadat negen dagen na de diens partij, de , een ongekende verschuiving teweeg bracht in de .
171
+
172
+ Waar in de jaren zestig universele waarden voorrang moesten krijgen, werd vanaf nu weer aandacht gevraagd voor de nationale cultuur die gevaar zou lopen door enerzijds de Europese eenwording en anderzijds de grote groepen . De leek de bevestiging van wat door is aangeduid als het ''het multiculturele drama'' van een etnische onderklasse die maar ten dele integreert, met mogelijke radicaliseringstendenzen tot gevolg. Terwijl de traditioneel geachte tolerantie jegens immigranten verminderde, bleef deze op andere vlakken bestaan, blijkens de invoering van het en de relatief liberale regelgeving omtrent abortus, euthanasie, prostitutie en s.
173
+
174
+ Nationaal is er na de ontzuiling voor vele mensen geen duidelijke ideologische stroming meer waar zij zich naar kunnen richten, waaraan ook het einde van de en de hiermee samenhangende verschuivingen van de internationale verhoudingen heeft bijgedragen. Daarnaast zijn er de problemen met integratie die door Pim Fortuyn zijn benoemd, die om een oplossing vragen. Desondanks is Nederland een zeer welvarend land met een goede sociale zorg en een stabiele samenleving, dat ondanks de recente politieke moorden een relatief geweldsarme ontwikkeling heeft doorgemaakt.
175
+
176
+ == Bevolking ==
177
+ === Demografie ===
178
+
179
+ Nederland heeft 16,847,007 (2011) inwoners. Vergeleken met de rest van Europa is de Nederlandse bevolking de laatste anderhalve eeuw relatief snel gegroeid: 3 miljoen in 1850, 5 miljoen in 1900, 10 miljoen in 1950, 16 miljoen in 2000. Ter vergelijking: de groeide van anderhalf keer zo groot als Nederland (4,5 miljoen in 1850) tot ruim een derde kleiner (10 miljoen in 2000). Het verwacht dat de bevolking zal toenemen tot een maximum van 17,5 miljoen in 2038, waarna een bevolkingsafname volgt., , 1e kwartaal 2009
180
+
181
+ in Nederland per provincie.]]
182
+ Met een van hoort Nederland bij de . Nederland telt geen enkele stad met meer dan een miljoen inwoners; wel zijn er die meer dan 100.000 inwoners hebben. De vier grootste steden zijn , , en , alle vier gelegen in het westen van het land. Daartussen en daaromheen ligt een krans van middelgrote plaatsen, die tezamen de zogeheten vormen. Ongeveer 40% van de Nederlandse bevolking is hier op een veel kleiner percentage van het landoppervlak geconcentreerd rondom een betrekkelijk open ruimte, het zogeheten .
183
+
184
+ is met meer dan drie en een half miljoen inwoners de volkrijkste provincie van het land, gevolgd door en (beide meer dan twee miljoen). In die laatste provincie vormen de vijf steden van met een verzorgingsgebied van 1,5 miljoen mensen en 20% van de industriële productie van Nederland een andere belangrijke stedelijke regio. In het oosten zijn - en twee agglomeraties van kleinere omvang, alsmede het verstedelijkte zuiden van Limburg in het uiterste zuiden (---). Daarnaast zijn er nog enkele steden die op regionaal niveau een belangrijke functie hebben, zoals en in het noorden en in het uiterste zuiden. In totaal woont 82% van de Nederlanders in een stedelijk gebied., 2008
185
+
186
+ Nederland heeft door de eeuwen heen een aanzienlijke gekend, die in meer of mindere mate en zijn. Volgens cijfers van het CBS van 1 januari 2005 is 80,9% van de bevolking , 2,4% , 2,4% , 2,2% , 2,0% , 1,9% , 0,8% en en 6,0% anders. (2005) , , PDF. Pag.100In de periode 1845-1860 en de eerste 20 jaar na 1945 zijn ook aanzienlijke aantallen Nederlanders , vooral naar de Verenigde Staten, Canada, Australië, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland.
187
+
188
+ Sinds 2005 zijn de erkend als nationale minderheid onder het .
189
+
190
+ === Talen ===
191
+
192
+ De is het . In de provincie Friesland is daarnaast ook het een officiële taal. Het Jiddisj en het Sinti-Romanes zijn in 1996 door Nederland erkend als non-territoriale talen. Verder worden het en het deels door het erkend als .
193
+
194
+ Een groot deel van de Nederlandse bevolking spreekt één of meer andere talen. Verantwoordelijk hiervoor is het uitgebreide taalonderwijs, het contact met buurlanden en de aanwezigheid van zelf. , en worden door veel Nederlanders als tweede taal gesproken. Veel allochtonen van de eerste en tweede generatie spreken nog hun oorspronkelijke taal. Daardoor zijn er nog grote groepen Nederlanders die , , , , , , , , /, , , en spreken.
195
+
196
+ === Religie ===
197
+
198
+
199
+ Nederland, sinds het midden van de Middeleeuwen een land, is tegenwoordig een van de meest landen in Europa. Waar traditioneel de katholieken en de protestanten de hoofdstromingen waren, zijn deze sterk afgenomen. Sinds 1989 is de onkerkelijkheid zelfs de hoofdstroming en bedroeg het aantal volwassenen zonder religie in 2008 42 procent.
200
+
201
+ Van de kerkelijken bestaat de helft uit katholieken (29 procent), terwijl 9 procent hervormd is, 6 procent aangeeft tot de te behoren en 4 procent gereformeerd is. Zo'n 4 procent is moslim, terwijl het wordt aangehangen door 1 procent. Het heeft een iets kleiner aandeel, terwijl het door nog geen half procent wordt beleden. Sneller dan de ontkerkelijking neemt de af, vooral onder katholieken en moslims.
202
+
203
+ Parallel aan de ontkerkelijking is er een een toename van een ongebonden spirituele groep die zingeving zoekt in bewegingen als . Deze groep wordt in de statistieken als zonder religie gekenmerkt en maakt een kwart van de samenleving uit. (2006): , , Amsterdam University Press, Amsterdam
204
+
205
+ == Bestuur en instellingen ==
206
+
207
+ Het is een staat bestaande uit het land Nederland met grondgebied in West-Europa en het waar zich , en bevinden die staatkundig bij Nederland horen, en verder de landen , en . De vier landen binnen het Koninkrijk zijn gelijkwaardige onderdelen van het grondgebied van het Koninkrijk. De staatkundige positie van de landen is echter verschillend. Waar het Europese deel is opgedeeld in , vallen de eilanden in het Caribisch gebied als bijzondere gemeenten elk afzonderlijk direct onder de verantwoordelijkheid van de landelijke overheid.
208
+
209
+ === Overheid ===
210
+
211
+ Nederland is een en staatsrechtelijk gezien een . Belangrijke mijlpalen in de politieke geschiedenis waren de onder leiding van de liberale staatsman , waarbij onder meer een einde werd gemaakt aan de persoonlijke regeermacht van de koning, de en de voor het regeringsbeleid werden ingevoerd en het parlement meer invloed kreeg, en 1919, toen het werd ingevoerd. De Nederlandse politiek werd lange tijd gekenmerkt door de , maar tegelijkertijd is er een sterk streven naar het bereiken van . In internationaal perspectief staat Nederland voorts bekend om zijn liberale beleid op het gebied van , , en het . De is . is echter al sinds de zestiende eeuw bijna onafgebroken de en de woonplaats van de vorst.
212
+
213
+ is het centrum van de Nederlandse politiek.]]
214
+ De verdeling van de macht is in Nederland niet geheel volgens de ''''. Het is sinds 1980 . Samen met de vormt zij de , die de in handen heeft, al is de invloed van de monarch vrij beperkt. De van de ministerraad is de , op dit moment . De ministers en de die hen bijstaan bij de leiding hun ministeries, vormen tezamen het . Het is een dat wordt gevormd door de en het , met van de . Het belangrijkste adviesorgaan van de regering is de , waarvan het staatshoofd '''' de voorzitter is.
215
+
216
+ De deelt de regering met het , de , dat bestaat uit . Beide kamers moeten instemmen met wetgeving en kunnen ministers tot verantwoording roepen. De is het en heeft 150 zetels die aan de hand van rechtstreekse op basis van voor vier jaar worden verdeeld. Het van het parlement is de , waarvan de 75 leden voor vier jaar door de leden van Provinciale Staten worden gekozen, die op hun beurt wel rechtstreeks worden gekozen; in tegenstelling tot de Tweede Kamer mag ze geen wetten indienen of wijzigen, maar enkel door de Tweede Kamer goedgekeurde wetten goed- of afkeuren.
217
+
218
+ Tot slot is er de , waarvan de rechters voor het leven worden benoemd door de koningin. Voor en is de de hoogste rechtbank, voor is de de hoogste rechtbank.
219
+
220
+ === Politieke partijen ===
221
+
222
+ toegekend voor de in 2010:
223
+ ]]
224
+ Vanwege het en het grote aantal Nederlandse partijen is het sinds de achttiende eeuw nooit één partij gelukt een volledige meerderheid in het parlement te behalen.
225
+
226
+ Ruwweg kan gezegd worden dat het politieke systeem traditioneel wordt gedomineerd door drie blokken: de , met het CDA en in zekere mate de ChristenUnie als vertegenwoordigers, de , met de PvdA als grootste partij, en de , met de VVD als grootste partij. Sinds de jaren 70 is het systeem meer versnipperd geraakt: partijen als het CDA verloren zetels en nieuwe partijen, zoals D66 en GroenLinks in de jaren 90 en de SP in recente jaren, boekten succes bij de verkiezingen.
227
+
228
+ De laatste jaren zijn er vooral ontwikkelingen geweest op het rechtse gebied. In 2002 werd door de opgericht. Deze partij behaalde, zonder de kort voor de verkiezingen Fortuyn, dat jaar als nieuwkomer 26 zetels. De partij viel echter snel weer uiteen en verdween bij de helemaal uit de Tweede Kamer. Datzelfde jaar werd ook de opgericht. Deze partij, met als partijvoorzitter en -leider, had bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 9 zetels gehaald in de Tweede Kamer. Na de verkiezingen van 9 juni 2010, momenteel dus, heeft de Partij voor de Vrijheid (PVV) 24 zetels in de Tweede Kamer.
229
+
230
+ === Bestuursstructuur ===
231
+
232
+
233
+
234
+
235
+
236
+ ||
237
+
238
+ |}
239
+
240
+
241
+ Nederland is een waarbij de verschillende territoriale eenheden zelfstandige bevoegdheden hebben. De bestaan uit de of centrale overheid met daaronder de , en .
242
+
243
+ De provincies zijn actief op gebieden als , , economie, cultuur, natuur en milieu. Ook houden ze toezicht op de gemeenten en de waterschappen. Het dagelijks bestuur van elke provincie wordt gevormd door , dat wordt gecontroleerd door de . De Provinciale Staten worden door het volk gekozen en moeten daarna een college van Gedeputeerde Staten vormen. Ook de leden van de worden door de leden van de Provinciale Staten gekozen. De voorzitter van het College van Gedeputeerde Staten en van Provinciale Staten van een provincie is de . Binnen een provincie zijn de gemeenten ingedeeld.
244
+
245
+
246
+ De vormen in Nederland de derde bestuurslaag. Het hoogste bestuursorgaan binnen de gemeenten is de , die om de vier jaar wordt . Het dagelijkse bestuur is het , dat gevormd wordt door de s, die benoemd worden door de raad en door de , die op zijn beurt benoemd wordt door . De taken van het gemeentebestuur behelzen onder andere stadsontwikkeling, verkeer, onderwijs, welzijn en sociale zaken. De gemeenten krijgen het grootste deel van hun geld van de rijksoverheid, de rest komt uit zaken als , en . Binnen de gemeente zijn de deelgemeenten ingedeeld. De deelgemeenten vormen de vierde bestuurslaag. Het hoogste bestuursorgaan binnen de deelgemeenten is de , die gevormd wordt door portefeuillehouders, die worden benoemd door de deelraad en door de voorzitter, die op zijn beurt gekozen wordt door de deelraad.
247
+
248
+ De staan los van de indeling in provincies en gemeenten en regelen de binnen een bepaald gebied. Het bestuur van een waterschap wordt gekozen door de grondeigenaren en inwoners. Het buiten houden van het water is van oudsher een , waarbij polderbewoners genoodzaakt waren samen te werken. Uit die noodzakelijke samenwerking zijn de waterschappen ontstaan.
249
+
250
+ === Justitie ===
251
+ De rechterlijke macht bestaat uit s en die het vormen. Rechters en leden van het Openbaar Ministerie worden door de benoemd. Rechters worden voor het leven benoemd. In de rechtspraak wordt een onderscheid gemaakt in , civiel of en bestuursrecht.
252
+
253
+ === Politie ===
254
+
255
+ Sinds is de opgedeeld in 25 en en een Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). In geval van een wordt met de en diensten samengewerkt in de met de politieregio overeenkomende , en met overige overheidsdiensten. De politie viel onder de verantwoordelijkheid van twee ministeries; het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Justitie. Maar na het toetreden van het -Verhagen valt de politie onder het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat onder leiding staat van minister .
256
+
257
+ === Defensie ===
258
+
259
+ De valt volledig onder het en bestaat uit de , de , de (inclusief en ) en de .
260
+
261
+ Sinds de voor de is opgeschort bestaat de krijgsmacht volledig uit vrijwillig dienend personeel. In totaal dienen ruim 50.000 mannen en vrouwen bij de krijgsmacht. De regering is de opperbevelhebber van de strijdkrachten, in de dagelijkse praktijk wordt die functie waargenomen door de . Aan hem rapporteert de . De Commandant der Strijdkrachten geeft leiding aan de afzonderlijke krijgsmachtdelen.
262
+
263
+ === Internationale verbanden ===
264
+
265
+ Nederland was mede-oprichter van de , de , de en de en maakt daarnaast deel uit van onder andere de , de , de (WEU), de , het en de (WTO). Nederland is thuishaven of gastland van onder meer de volgende internationale instellingen: het , het , de Europese veiligheidsorganisatie en de .
266
+
267
+ === Onderwijs ===
268
+
269
+ van de .]]
270
+ Onderwijs is verplicht vanaf de eerste dag van de maand nadat een kind vijf jaar is geworden tot het einde van het schooljaar waarin het kind zestien jaar is geworden. De meeste kinderen gaan echter al vanaf hun vierde naar het basisonderwijs. In het schooljaar waarin een kind zeventien jaar wordt, is het gedeeltelijk leerplichtig en moet dan nog minstens twee dagen per week naar school. Als de school een praktijkovereenkomst met een bedrijf heeft gesloten, dan is één dag school per week verplicht.
271
+
272
+ Onderwijs kan beginnen met peuteronderwijs op een . Dan volgt primair onderwijs, ofwel . Vervolgens is daar het secundair, ofwel en tot slot is , of mogelijk. Er zijn en middelbare beroepsonderwijs-instellingen ('s), op verschillende niveaus. De werd opgericht in 1575 en is de oudste universiteit van Nederland. Er zijn veertien door de overheid bekostigde universiteiten, waarvan de , de en de de grootste zijn.
273
+
274
+ Voor een vergelijking tussen de onderwijsstructuren in Nederland en Vlaanderen, zie , waar de overeenkomstige fasen van het onderwijs zoveel mogelijk naast elkaar worden geplaatst.
275
+
276
+ === Milieubeheer ===
277
+ Vanwege de hoge bevolkingsdichtheid, de sterke industrialisatie en de intensieve landbouw heeft Nederland te maken met verschillende problemen.
278
+
279
+ De van 1875 was lange tijd de enige wet op het gebied van milieubeheer. In de jaren zestig werd het publiek zich bewust van de milieuproblemen en sindsdien ontwikkelde Nederland een milieubeleid. Dit richtte zich aanvankelijk op sanering, maar vanaf de jaren tachtig begon men zich ook te richten op preventie en beheer. Tegenwoordig vindt zo'n 70% van de regelgeving op dit gebied plaats op Europees niveau. Het beleid heeft er voor gezorgd dat ondanks de economische groei op een aantal gebieden de vervuiling is afgenomen en de milieukwaliteit is verbeterd.
280
+
281
+ Het huidige beleid is omschreven in de waarin de overheid ervoor kiest zich te concentreren op de thema's klimaatverandering, luchtkwaliteit en aantasting van biodiversiteit en natuur. (2006): . Deze agenda bouwt voort op het laatste .Ministerie van VROM (2001):
282
+
283
+ == Cultuur ==
284
+
285
+ === Nationale symbolen ===
286
+ Nationale symbolen bestaan op verschillende niveaus. Zo wordt bijvoorbeeld vaak het portret van het aangebracht op munten en postzegels. Vooral bij regerende vorstenhuizen is dit het geval. Nederland vormt daarop geen uitzondering. Geijkte officiële symbolen zijn met name de volgende:
287
+ met oranje ]]
288
+ * De bestaat uit drie horizontale banen van gelijke hoogte in de kleuren rood, wit en blauw. De vlag dateert uit 1579, toen de onafhankelijkheid van Nederland werd uitgeroepen en werd officieel goedgekeurd in 1796 en bevestigd als nationaal embleem in 1937. Het wit en blauw zijn de livreikleuren van het Franse vorstendom , waar het , het latere Nederlandse koningshuis, mee verbonden raakte (zie ). Het rood was oorspronkelijk oranje, naar de naam van het vorstendom, maar werd in de loop van de 17e eeuw vervangen door rood, dat tijdens zeeslagen makkelijker te herkennen was. Op feestdagen die te maken hebben met het koningshuis of tijdens diplomatieke reizen naar het buitenland wordt ook wel een oranje wimpel boven de vlag gehangen.
289
+ * Het is oorspronkelijk in 1815 ontworpen en in 1907 aangepast. Het geblokte schild met een leeuw, zwaard en pijlen is het van de Koningin en het Land.
290
+ * Het is het volkslied sinds 10 mei 1932. Daarvoor was vanaf 1817 (met uitzondering van een gat van 1832 tot 1833) het volkslied.
291
+
292
+ Informeel geldt tegenwoordig de kleur in het algemeen als een symbool voor Nederland. Dit komt, behalve in de kleur van de kleding der vertegenwoordigende sportteams, ook tot uitdrukking in de wijze waarop zich in en aan het buitenland tonen.
293
+
294
+ Bij al deze symbolen speelt expliciet of impliciet het een rol. De vorst en het koninklijk huis vervullen zelf echter ook een belangrijke symbolische functie voor Nederland, zowel institutioneel als ''in personam''. Dit is te meer het geval omdat het al meer dan vier eeuwen zijn geschiedenis deelt met het volk van Nederland. was de die Nederland vanaf 1568 naar de zelfstandigheid leidde.
295
+
296
+ === Tradities en feestdagen ===
297
+
298
+ is geen nationale feestdag, maar wordt wel wijdverbreid gevierd]]
299
+ Nederland telt acht officiële feesten (verdeeld over tien feestdagen),, Rijksoverheid waarvan er twee als worden aangeduid. De eerste is , een dag van eenheid en saamhorigheid die gevierd wordt op , de geboortedag van voormalig en de dag waarop de huidige vorstin, , als staatshoofd werd ingehuldigd. De andere nationale feestdag is : op wordt de capitulatie van het Duitse leger in Nederland tijdens de gevierd. Bevrijdingsdag is elk jaar een nationale feestdag; of het als vrije dag geldt is echter afhankelijk van de of de werkgever.
300
+
301
+ Nederland is sterk beïnvloed door het en daarom staat er ook een groot aantal christelijke feesten op de feestdagenkalender: (eerste en tweede Kerstdag), , (eerste en tweede Paasdag), en . Op deze dagen, behalve Goede Vrijdag, hebben de meeste Nederlanders vrij. Ook staat op de lijst van algemeen erkende feestdagen.
302
+
303
+ Voorts zijn er nog enkele tradities en feestdagen die hoewel niet officieel, wel op grote schaal gevierd worden. Zo worden tijdens de op , één dag voor Bevrijdingsdag, alle oorlogsslachtoffers sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog herdacht. is een christelijk feest, maar het wordt vooral in het noorden van het land gevierd. Het eveneens van oorsprong christelijke wordt, voorafgaand aan , juist het uitbundigst gevierd in het zuiden van het land. Het kinderfeest wordt in het hele land gevierd, met als hoogtepunt de zogeheten op 5 december. Op wordt het jaar 's avonds traditioneel met len, de en afgesloten.
304
+
305
+ === Kunst ===
306
+ '' (1642) van ]]
307
+ De wordt vertegenwoordigd door een groot aantal meesters. De bloeiperiode vond plaats in de '' zeventiende eeuw. De bekendste schilder uit deze periode is , maar ook andere '''' als , en genieten internationale faam. Hoewel de schilderkunst uit de periode erna minder bekend is, is het werk van de negentiende-eeuwse schilder wel wereldberoemd geworden, zij het pas na zijn dood. Uit de eerste helft van de twintigste eeuw dateert de van , die betrokken was bij de kunstbeweging . In 1948 werd de kunstvereniging opgericht, met leden als en . Een andere Nederlandse kunstenaar uit de twintigste eeuw is , die in zijn kunstwerken veelvuldig gebruik maakte van en .
308
+
309
+ De bouwde vanaf de Gouden Eeuw een eigen traditie op, samen met het ontstaan van een algemeen geaccepteerde standaard voor de , met en als bekendste vertegenwoordigers. beschreef en bekritiseerde in de negentiende eeuw in zijn de situatie in . Tijdens de Tweede Wereldoorlog schreef in het in Amsterdam haar wereldberoemde , dat na haar dood tijdens de door haar vader werd gepubliceerd. In de naoorlogse literatuur wordt vaak gesproken van '', verwijzend naar , en . Andere noemenswaardige schrijvers uit deze periode zijn en . Uiteraard wordt de internationale erkenning van de Nederlandse literatuur gehinderd door een taalbarrière, maar een schrijver als haalt met Duitse vertalingen van zijn werk grotere oplagen dan met het Nederlandse origineel.
310
+
311
+ De was in de vijftiende en zestiende eeuw een grote stroming in de . en werden internationaal bekende componisten, net als in de twintigste eeuw onder meer , , en recente componisten als , , en - zie .
312
+
313
+ In de jaren 70 van de twintigste eeuw kende de Nederlandse rockband kort wereldwijd succes, op kleinere schaal waren ook groepen en artiesten als , en succesvol. Van de Nederlandse popmuziek, ook wel aangeduid als '''', zijn heden ten dage onder meer en bekend, evenals 's als en . Op Nederlandstalig gebied zijn verscheidene artiesten noemenswaardig: van , en uit het verleden, tot , en tegenwoordig. Ook het is een populair muziekgenre, met namen als , en . , en het zijn enkele grote muziekfestivals.
314
+
315
+ Kenmerkend voor de Nederlandse zijn , de en .
316
+
317
+
318
+ === Cultureel en natuurlijk erfgoed ===
319
+ .]]
320
+ , als Het , , , en , vormen, alleen al vanwege hun aanwezigheid, voor een belangrijk deel het van Nederland. Veel grotere musea zijn gevestigd in architectonisch bijzondere gebouwen en sommige zijn landschappelijk fraai gelegen, zoals en het .
321
+
322
+ Het natuurlijk erfgoed van Nederland bestaat voor een groot deel uit het vlakke natte landschap met onder meer rivieren, s en s. Daarnaast zijn er nog natuurgerelateerde gebieden zoals de , de , de en de . De natuur in Nederland is sterk door de mens beïnvloed, voornamelijk vanwege het waterbeheer. De bekendste voorbeelden hiervan zijn de en de . De zijn sinds 1997 .
323
+
324
+ === Eten en drinken ===
325
+
326
+ met ]]
327
+ De traditionele Nederlandse keuken is voornamelijk beïnvloed door het agrarische leven in vroegere tijden. De hoofdmaaltijd wordt in Nederland 's avonds gegeten en een typisch Nederlandse maaltijd bestaat uit een combinatie van aardappels, groente en vlees. Ook en ten en en zijn kenmerkend voor de Nederlandse keuken. Bij het ontbijt en in de middag wordt vaak gegeten, met boter en allerlei soorten zoet en hartig , variërend van en tot , en ; ook als en worden, met melk of yoghurt, als ontbijt genuttigd.
328
+
329
+ Bij het ontbijt en de middagmaaltijd wordt vaak koffie of thee gedronken. In de koudere maanden is (warme) ook een populaire drank. is veruit de meest gedronken : in 2008 werd gemiddeld 78,5 liter per Nederlander gedronken. Van de totale Nederlandse bierproductie in dat jaar, ruim 2,7 miljard liter, werd meer dan 1,6 miljard liter geëxporteerd, waarmee Nederland de grootste bierexporteur ter wereld is., Centraal Brouwerij Kantoor
330
+
331
+ De en zijn ook buiten Nederland erg bekend. Andere bekende zijn veelal zoetigheden, zoals en en , , s en len. ten en len zijn typisch Nederlandse snacks. Ook vis wordt soms als gegeten, bijvoorbeeld in de vorm van of (stukjes vis in beslag gebakken). Naast deze typisch Nederlandse gerechten zijn er echter ook veel invloeden van buitenaf. Onder andere uit de , de en de zijn gerechten overgenomen,
332
+
333
+ === Media ===
334
+
335
+ De belangrijkste Nederlandse dagbladen zijn '''', '''', '''', '''' en ''''. Historisch gezien is ook '''' dat in de Tweede Wereldoorlog als verzetskrant werd opgericht een belangrijke krant. Tegenwoordig is het hoofdzakelijk gericht op de stad en regio Amsterdam. Voor (protestantse) kerkelijke lezers zijn het en het bekende landelijke kranten. Met '''', '''' en '''' telt Nederland ook een aantal en. '''', '''', '''' en '''' zijn vier opiniebladen.
336
+
337
+ De heeft zowel als zenders. De publieke omroep bestaat uit , en en voor Nederlanders in het buitenland en wordt gekenmerkt door de structuur. De belangrijkste bedrijven die commerciële televisie verzorgen zijn en , die samen in totaal zeven zenders beheren. Enkele andere commerciële zenders zijn , , en .
338
+
339
+ Op gebied is er eveneens een . Er zijn zes landelijke publieke zenders, met , en als belangrijkste, en verscheidene digitale en regionale publieke zenders. , en zijn de belangrijkste spelers in de commerciële markt.
340
+
341
+ === Sport ===
342
+ is een van de populairste sporten in Nederland]]
343
+ In Nederland is de belangrijkste sport. Het won het en behaalde op veel andere EK's en WK's ereplaatsen; voormalige voetballers als en , alsmede de in het buitenland werkende trainer-coach droegen eraan bij dat Nederland op dit gebied wereldwijd bekend werd. Andere populaire sporten zijn onder meer , , , , , , , , en . Typisch Nederlandse sporten zijn onder meer , , en .
344
+
345
+ Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werden sportclubs en -bonden gevormd. Een belangrijk figuur in de Nederlandse sportgeschiedenis is , die aan het eind van de 19e eeuw veel tot dan toe niet tot nauwelijks bekende sporten in Nederland introduceerde en professionaliseerde. Hij was ook de initiator van de , een 200 km lange schaatstocht over langs de . In was het debuut van een feit: sindsdien werden meer dan 300 medailles behaald, waaronder 100 gouden. Daarmee staat Nederland 17e op de .
346
+
347
+ Het is de overkoepelende sportorganisatie van de Nederlandse sportbonden en de Nederlandse vertegenwoordiger binnen de internationale sportkoepel . Amsterdam organiseerde de ; in 1980 vonden de plaats in Arnhem. Samen met België was Nederland gastheer van het . Voorts zijn er om de te organiseren.
348
+
349
+ === Evenementen ===
350
+ In Nederland worden vele en gehouden. Onder andere zijn er diverse zoals de en de in Amsterdam en diverse beurzen in de Jaarbeurshallen in Utrecht. Ook zijn er terugkerende evenementen zoals . Op het gebied van kunst en cultuur zijn er onder andere en, zoals bij de opening van het cultuurseizoen de .
351
+
352
+ == Economie ==
353
+
354
+
355
+ === Economische basis ===
356
+ , de oudste financiële handelsbeurs ter wereld]]
357
+ Nederland is een welvarend land met een , die sterk leunt op de buitenlandse handel, met name met . De wordt getypeerd door stabiele verhoudingen, een matige , een terughoudend financieel beleid en door zijn belangrijke rol als Europese transportader. Over de gehele linie bekeken hoort Nederland tot de 20 grootste economieën van de wereld, na de 'grootmachten' als (willekeurige volgorde) Duitsland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Japan en dergelijke. Duitsland (25,2%), (14,6%), (8,9%), (8,4%) en (4,6%) zijn de belangrijkste exportpartners van Nederland.,
358
+
359
+ Nederland is, na de en , het derde exportland op het gebied van en producten. In de intensieve, gemechaniseerde land- en tuinbouw werkt weliswaar slechts 4% van de Nederlandse beroepsbevolking, maar er worden door de sector enorme hoeveelheden voedsel voor de voedselverwerkingsindustrie en de export geproduceerd. De is van grote omvang en vertegenwoordigt bijna de helft van de Europese capaciteit. De met de bekende en is van belang, waarbij Nederland de voornaamste leverancier is van len voor Europa en Noord-Amerika.
360
+
361
+ De - en enindustrie, de , de en de industrie zijn de belangrijkste .
362
+
363
+ Andere belangrijke onderdelen van de economie zijn de en het . Amsterdam is het financiële en zakencentrum van Nederland en behoorde in 2008 bij de grootste tien zakencentra ter wereld., Gemeente Amsterdam, 5 september 2008 De is de locatie van de (AEX) en is tegenwoordig onderdeel van . Sinds 1 januari 2002 is de het enige wettige betaalmiddel. Daarvoor werd betaald met de . In de bijzondere gemeenten , en is de wettig betaalmiddel. - nos.nl
364
+
365
+ === Energie ===
366
+ Als hoogontwikkelde economie heeft Nederland net als andere geïndustrialiseerde landen een hoog , 3330 voor 2008. Het grootste deel hiervan wordt opgewekt met behulp van fen, vooral , en . Afgezien van aardgas wordt dit voornamelijk geïmporteerd. Een groot deel van de aardolie wordt na weer geëxporteerd. Ook het aardgas uit eigen bodem wordt voor een groot deel uitgevoerd. Met aardgas en in mindere mate steenkool wordt ook het grootste deel van de benodigde elektriciteit opgewekt. Een beperkte bijdrage hierin wordt geleverd door en en ook importeert de via de .,
367
+
368
+ Om in 2020 30% minder uit te stoten, richt het beleid zich hier op energiebesparing en duurzame energie.
369
+
370
+ === Toerisme ===
371
+
372
+ in de Amsterdamse .]]
373
+ Nederland wordt jaarlijks door ongeveer 10 tot 11 miljoen buitenlandse toeristen bezocht. Onder de belangrijkste bezienswaardigheden zijn de historische steden, vooral , de Deltawerken en het polderachtige landschap.
374
+
375
+ De Nederlandse steden gelden als belangrijke toeristische bestemming. Vooral de hoofdstad is populair onder buitenlandse toeristen, mede dankzij de s en het prostitutiegebied . Ook de met een groot aantal historische bouwwerken en belangrijke musea gelden als een belangrijke bezienswaardigheid. Met 4,9 miljoen toeristen (2007) is Amsterdam de op vier na meest bezochte toeristenbestemming in Europa en de op zes na grootste ter wereld., Gemeente Amsterdam - Economische Zaken]
376
+
377
+ Ook de andere drie grote steden hebben hun eigen kenmerken. heeft een indrukwekkende skyline en haven, heeft de , en de badplaats en is bekend om zijn . Verder zijn er nog vele andere bezienswaardige steden en dorpen. Er zijn historische plaatsen als , en , , en en plaatsen met een folkloristisch karakter zoals , en de . Vele grotere en middelgrote steden hebben ook hun eigen karakter zoals , , , , , en .
378
+
379
+ Verder zijn er nog en zoals de , , en de miniatuurstad en en zoals en .
380
+
381
+ === Transport ===
382
+
383
+ ]]
384
+ Van groot belang voor de Nederlandse economie is de . De is de grootste van Europa en een van de grootste ter wereld. Andere belangrijke havengebieden zijn , en /. Het achterland van deze havens wordt ondersteund door een uitgebreid net van rivieren, kanalen en andere waterwegen. De en de spelen daarom een belangrijke rol in de Nederlandse economie. De rivieren , en die vanuit de buurlanden binnenstromen en in de uitmonden, maken Nederland al eeuwenlang een knooppunt voor de Europese binnenvaart.
385
+
386
+ behoort als tot 's werelds grootste internationale . is sinds 2006 het grootste regionale vliegveld van Nederland, is het tweede regionale vliegveld van het land.
387
+
388
+ Mede als gevolg van de hoge bevolkingsdichtheid bezit Nederland een zeer dichte . Het autowegen- en spoorwegnet kunnen de groeiende verkeersdruk echter steeds minder goed verwerken. Er is een uitgebreid wegennet van en en en met een totale lengte van circa 116.500 kilometer. Vrijwel alle wegen zijn , met uitzondering van een aantal en.
389
+
390
+ Het heeft een totale lengte van 2808 kilometer en is een van de drukst bereden spoornetwerken van Europa. De belangrijkste vervoerder van passagiers is de . Andere vervoerders met treinverbindingen in Nederland zijn: , , en . Het stads- en streekvervoer per bus wordt ook grotendeels gereden door deze vervoerbedrijven. In enkele steden rijden lokale vervoerders, en in een groot deel van het Noorden exploiteert de busverbindingen.
391
+
392
+ In de agglomeraties van , , en rijden s en s rond. zijn alleen in en te vinden. is een netwerk rond Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam waarin een aantal tram- en metrolijnen en voormalige spoorlijnen zijn geïntegreerd.
393
+
394
+ Door de korte afstanden binnen de steden, het vlakke landschap en de lage kosten heeft de een groot aandeel in het personenverkeer. Studentensteden als Groningen, Nijmegen en Amsterdam kennen een fietsgebruik van 40% of meer, maar ook andere steden en gemeenten kennen een hoog fietsgebruik., Fietsberaad, 2010 Bejaarde fietsers zijn, anders dan in veel andere landen, heel gewoon.
395
+
396
+ == Externe links ==
397
+
398
+ *
399
+ * - Belangrijke statistieken van het
400
+ *
401
+ *
402
+
403
+ == Literatuur ==
404
+ === Algemeen ===
405
+ * Encyclopædia Britannica, Ultimate Reference Suite (2009): ''Netherlands, The'', Encyclopædia Britannica, Chicago.
406
+
407
+ === Geologie ===
408
+ * (2005): ''Het Nederlandse landschap. Een historisch-geografische benadering'', Matrijs, Utrecht,
409
+ * (2004): ''De vorming van het land, Inleiding in de geologie en de geomorfologie'', Koninklijke Van Gorcum, Assen,
410
+ * (2005): ''Landschap in delen, Overzicht van de geofactoren'', Koninklijke Van Gorcum, Assen,
411
+ * (2003): ''De ondergrond van Nederland'', Wolters-Noordhoff, Groningen.
412
+
413
+ === Geschiedenis ===
414
+ * (1977-1983): ''Algemene Geschiedenis der Nederlanden'', Fibula-Van Dishoeck, Haarlem,
415
+ * (2006): ''Geschiedenis van de Nederlanden'', HBuitgevers, Baarn,
416
+ * Encyclopædia Britannica, Ultimate Reference Suite (2009): ''Low Countries, history of'', Encyclopædia Britannica, Chicago.
417
+
418
+
419
+
420
+
421
+
422
+
423
+
424
+
425
+
426
+
427
+
428
+
429
+
430
+
431
+
432
+
433
+
434
+
435
+
436
+
437
+
438
+
439
+
440
+
441
+
442
+
443
+
444
+
445
+
446
+
447
+
448
+
449
+
450
+
451
+
452
+
453
+
454
+
455
+
456
+
457
+
458
+
459
+
460
+
461
+
462
+
463
+
464
+
465
+
466
+
467
+
468
+
469
+
470
+
471
+
472
+
473
+
474
+
475
+
476
+
477
+
478
+
479
+
480
+
481
+
482
+
483
+
484
+
485
+
486
+
487
+
488
+
489
+
490
+
491
+
492
+
493
+
494
+
495
+
496
+
497
+
498
+
499
+
500
+
501
+
502
+
503
+